Bij een crash (krach) ver­liest een beurs­koers 20 pro­cent in en­ke­le dagen. Er zijn bru­ta­le crashs, door­gaans aan het einde van pe­ri­o­des van exu­be­ran­te haus­ses, die pa­niek doen ont­staan. De crash van 1929 volg­de bij­voor­beeld op een on­ge­ken­de pe­ri­o­de van wel­vaart, ge­voed door een ex­plo­sie van het ban­cai­re kre­diet. En hij mu­teer­de in een we­reld­wij­de eco­no­mi­sche cri­sis, die de VS in de Grote De­pres­sie leid­de. Ook de krach van 19 ok­to­ber 1987 bleef in het col­lec­tie­ve ge­heu­gen han­gen. Die dag ver­loor de Dow Jones, de be­lang­rijk­ste beurs­in­dex van de VS, 22,6 pro­cent na de diep­ste val in zijn ge­schie­de­nis. An­de­re beur­zen over de hele we­reld deel­den in de be­smet­ting. Sinds die be­ruch­te Black Mon­day heb­ben de beur­zen cir­cuit brea­kers, drem­pels die zor­gen dat aan­de­len en in­di­ces niet meer ver­han­deld wor­den als hun koers onder een be­paal­de waar­de zakt. Het ri­si­co van een crash is niet ver­dwe­nen, maar crashs wor­den vaker slui­pend of ver­kapt. Ze strek­ken zich uit over weken of zelfs maan­den. Een crash ver­schilt fun­da­men­teel van een bear mar­ket (be­ren­markt), de aan­hou­den­de neer­gang van de beur­zen die op een crash kan vol­gen.