Amerikaanse waakhond dient nieuwe klacht in tegen Facebook

In december 2020 spande de Amerikaanse concurrentiewaakhond FTC een rechtszaak aan tegen Facebook. Het socialemediabedrijf zou zijn monopoliepositie misbruikt hebben, onder andere bij de aankoop van Instagram en WhatsApp. De FTC vond dat Facebook moest worden opgesplitst.

Maar de rechter die over de zaak oordeelde, vond de argumenten van de FTC onvoldoende doorslaggevend. In de opnieuw aangespannen rechtszaak geeft de waakhond gelijkaardige argumenten als in december, maar met meer details. De nieuwe klacht beslaat in totaal 80 pagina's, in december ging het om 53 pagina's.

Zo wijst de FTC nu op het feit dat het bedrijf een 'concurrentiebeperkende overnamestrategie' zou hebben gevolgd. Facebook zou ook een beleid hebben gehad dat ertoe diende rivalen klein te houden door hen de toegang tot het platform te ontzeggen.

'Facebook miste het zakelijk inzicht en het technisch talent om de overgang naar mobiel te overleven. Nadat Facebook er niet in geslaagd was met nieuwe innovators te concurreren, kocht het hen illegaal op of begroef het hen toen hun populariteit een existentiële bedreiging werd', aldus Holly Vedova, waarnemend directeur van het bureau voor concurrentie bij de FTC.