Advertentie

Boeken onder de kerstboom

©Shutterstock

De Tijd doet u voor kerst tweeduizend pagina’s leesplezier cadeau. Volgens de grootste boekenwurmen van onze redactie zijn deze twaalf boeken de moeite waard om te geven of te krijgen.

 

De bekeerlinge

Stefan Hertmans

Advertentie

Zou alles echt altijd terugkeren? En leren we nooit iets uit de geschiedenis? Pagina na pagina roffelen die vragen in ‘De bekeerlinge’ als een dissonante trommelslag steeds luider in het hoofd.

De 11de eeuw of de 21ste eeuw. 1.000 jaar verschil, maar de herkenning is angstaanjagend groot. Veel zijn we er niet op vooruitgaan. Toch niet als het om religieuze verdraagzaamheid gaat. Onverdraagzaamheid leidt tot oorlog. Oorlog leidt tot vluchten en vluchtelingen. Dat was 1.000 jaar geleden al zo, dat is nu niet anders.

In ‘De bekeerlinge’ beschrijft Hertmans het leven van de joodse vrouw Hamoutal. Ze werd in de 11de eeuw in Rouen geboren als de christelijke vrouw Vigdis Adelaïs. Ze bekeerde zich tot het jodendom toen ze verliefd werd op de joodse man David. Omdat haar familie die bekering als godslasterlijk beschouwde, vluchtten Hamoutal en David weg uit Rouen. Na een barre tocht belandden ze bij de joodse gemeenschap van Monieux, een Frans dorp waar Hertmans een buitenverblijf heeft.

Wanneer de eerste kruisvaarders op weg naar Jeruzalem het dorp passeerden, richtten ze een bloedbad aan onder de joodse gemeenschap. Moslim of jood, voor de christenen maakte het niet uit. Wie anders was, had geen recht op leven. Als bij toeval kon Hamoutal ontsnappen. Haar vlucht bracht haar tot in Caïro en opnieuw naar Frankrijk, waar ze als een volslagen ontheemde vrouw op haar einde wachtte.

Hertmans baseerde zich op een oud joods document waarin Hamoutal wordt vermeld. Voor hem is dat het startpunt om haar odyssee over te doen. Ook daarin schuilt de parallel. Hertmans dicht de kloof tussen hem en Hamoutal zoals hij ook de kloof dicht tussen de onverdraagzaamheid van de 11de en de 21ste eeuw.

The Economist en The New York Times verkozen Hertmans’ vorige boek ‘War and Turpentine’ tot een van de beste van het jaar. Het zal me niet verbazen als ze dat met ‘The Proselyte’ over een paar jaar opnieuw doen.

Advertentie

Koen Van Boxem, chef Cultuur

The Gene: An Intimate History

Siddhartha Mukherjee

©rv

Wie Siddhartha Mukherjee’s vorige boek las over kanker, ‘The Emperor of All Maladies’, weet dat de Amerikaanse auteur van Indiase oorsprong boeiend kan schrijven over moeilijke, gevoelige medische onderwerpen.

In ‘The Gene: An Intimate History’ vertelt hij schroomloos over zijn familiegeschiedenis en de erfelijke aanleg die hij er ontdekte voor schizofrenie. De psychische ziekte werd vastgesteld bij een oom, waardoor hij zich vragen begon te stellen. Mukherjee vertelt ook over zijn moeder, die een tweelingzus heeft. Twee identieke sets van genen, die toch een compleet ander leven leiden.

Gefascineerd ging Mukherjee op speurtocht. Hij was zo verbluft door wat hij te weten kwam over erfelijke ziektes en erfelijkheid, dat hij zich opnieuw aan het schrijven zette. Nochtans had hij na ‘The Emperor of All Maladies’ gezworen nooit nog meer een boek te beginnen omdat het zo slopend was. Mukherjee ontving in 2010 trouwens de Pulitzerprijs voor zijn boek over kanker.

Mukherjee is oncoloog en professor aan de gereputeerde Columbia University in New York. Hij waagt zich verder dan oppervlakkige anekdotes over wat genen met ons doen. Hij graaft diep in de geschiedenis van het genetisch onderzoek, maar laat de lezer niet verdrinken in ellenlange wetenschappelijke beschrijvingen.

Mukherjee maakt het boek behapbaar door er zijn persoonlijke verhaal in te verweven. Hij sleept de lezer mee in zijn visie over hoe een mens in elkaar zit, en hoe wat we vandaag doen een invloed heeft op de toekomst van onze kinderen.

 

Saar Sinnaeve, redactrice Ondernemen

Belgian Solutions – Volume 2

David Helbich

©rv

Omgevallen vuilnisbakken, dichtgemetselde ramen en scheve verkeerspalen: de Duitse kunstenaar David Helbich noemt ze ‘Belgian Solutions’ en trekt er sinds 2008 foto’s van.

Zijn nieuwe boek, dat de beste Belgische oplossingen verzamelt, is een hilarische ode aan het je-m’en-foutisme van de Belg. Maar door de kilometers rood-wit lint, ducttape en betonblokken schemert subtiele kritiek door op het verwaarloosde openbaar domein.

Uniek is de ‘community’ die David Helbich rond Belgian Solutions schaarde. De pagina op Facebook heeft 27.000 fans, die regelmatig eigen bricolages posten. Ook ik ben besmet geraakt. Zo zag ik onlangs dat de brievenbus van het Chinese restaurant om de hoek eigenlijk een verknipte, aan de muur geplakte cornflakesdoos is. Ontdekt dankzij mijn Belgian Solutions-radar.

Hoewel mijn foto’s het boek niet hebben gehaald, heb ik toch meteen vier exemplaren gekocht. Ik hou er een als salontafelboek, een tweede komt onder de kerstboom en de rest doe ik cadeau aan buitenlanders die dat bizarre België proberen te doorgronden.

Lukas Vanacker, redacteur Ondernemen

A Little Life

Hanya Yanagihara

Ik heb zelden een roman gelezen die zo onder de huid kruipt. Het verhaal presenteert zich aanvankelijke nochtans eenvoudig, als een soort nostalgische beschrijving van vier studenten met uiteenlopende achtergronden die elkaar na hun studies terugvinden in New York.

Een zakenadvocaat, een architect, een beeldend kunstenaar en een acteur, elk met hun eigen problemen en onderlinge conflicten.

Tot zich een gruwelijke geschiedenis van misbruik ontplooit die de relaties tussen de vier helemaal verandert. Wat volgt is een meeslepend verhaal over de verwoede strijd om telkens weer opnieuw te beginnen, over de limieten van vriendschap en liefde. Hoeveel onbehagen en gruwel het verhaal ook oproept, toch laat je je telkens weer meeslepen door het optimisme en het vertrouwen dat de karakters rechthoudt.

De eenvoudige maar krachtige schrijfstijl van Yanagihara neemt je voortdurend mee in de cycli van hoop en wanhoop. En zelfs op de donkerste momenten geraak je als lezer de diepe drang niet kwijt om te blijven geloven dat alles goed komt. Of dat zo is, zoekt u het best zelf uit. Een ideaal boek om u tijdens de donkere winterdagen helemaal in te verliezen.

Henk Dheedene, redacteur Weekend

Shoe Dog: A Memoir by the Creator of Nike

Phil Knight

©rv

De Amerikaanse westkust is het decor van veel economische mirakels. De clusters Hollywood en Silicon Valley in Californië. De grote namen rond Seattle, zoals Amazon, Starbucks, Boeing en Microsoft. Daartussen, vlak bij het hippe en sympathieke Portland in Oregon, zit nog zo’n wereldspeler. Zijn merk is misschien wel het enige dat vrijwel op de hele planeet wordt herkend aan het logo: Nike.

Volgens Phil Knight, de oprichter van de sportartikelenfabrikant, representeert de ‘swoosh’ het geluid dat je hoort als je iemand voorbijsnelt bij het lopen. Knight was oorspronkelijk geen fan van het logo, maar hij had in allerijl iets nodig om op zijn eerste lading schoenen te zetten.

Ontwerpster Carolyn Davidson kreeg er 35 dollar voor in 1971. Knight twijfelde ook lang over de merknaam. Iemand suggereerde de Griekse godin van de overwinning. Uit wanhoop en bij gebrek aan andere ideeën stemde Knight in. ‘Ik hou er niet van, maar misschien wen ik er wel aan.’

Knight rakelt het allemaal op in zijn autobiografie ‘Shoe Dog: A Memoir by the Creator of Nike.’ Op zijn 26 verkocht hij zijn eerste sportschoenen op lokale atletiekmeetings vanuit de koffer van zijn eerste eigen auto, een Plymouth Valiant.

Op het einde van 1964 sloot hij zijn eerste jaar af met 8.000 dollar omzet. Vorig jaar, een halve eeuw later, klokte Nike af op 30 miljard dollar. Op zijn 78, met een vermogen van een slordige 25 miljard dollar, zwaaide Knight deze zomer af als voorzitter van zijn bedrijf. Hij is de 24ste rijkste mens ter wereld.

Nu sportkleren en sneakers deel uitmaken van onze dagelijkse garderobe - athleisure, heet de trend - is het nog moeilijk voor te stellen, maar begin jaren zestig waren sportschoenen een eigenaardige nieuwigheid. Sport was nog geen massa-industrie, hardlopen was nog geen megahype.

Wie zich aan een rondje joggen waagde, werd gezien als een rare vogel, eerder dan als iemand die fit wilde zijn. Maar Knight was geobsedeerd door sportschoenen. Pas afgestudeerd aan de topunief Stanford, met een hardnekkige drang om zijn stempel te drukken, was hij er heilig van overtuigd dat de wereld ze weldra in groten getale nodig zou hebben.

‘Shoe Dog’ is geen managementboek van een zakenman die zelfvoldaan terugblikt en met lessen voor onmisbaar succes strooit. Het is autobiografisch en staat vol twijfels en persoonlijke details. Meevallers én tegenslagen passeren de revue. Knight vertelt over zijn liefdesleven, de geboorte van zijn kinderen en zijn tekortkomingen als vader. Over de constante geldzorgen ook. En over zijn nervositeit en kleinmenselijke kantjes.

Roel Verrycken, correspondent in de VS

Spotters

Michiel Van De Pol

Gelouterd. Dat was ik als lezer na de laatste bladzijde van de intense graphic novel ‘Spotters’ van de Nederlandse auteur Michiel Van De Pol.

Het boek vertelt het verhaal van de rationele nerd Frank, die zijn levensvreugde haalt uit het spotten van vliegtuigen. Tijdens zo’n spotmiddag ontmoet hij de veel impulsievere Julia. Ze schrijft een roman over een man die zijn afgezette been verwerkt tot schemerlamp. Julia wordt niet alleen zwanger, maar ook ziek. En het loopt niet goed af.

Het aburdisme doet helemaal niets af aan de kracht van het verhaal. Het is een ingenieus geconstrueerd, verwoestend verhaal met een scherpe mix tussen humor, ironie, absurditeit en realiteit. Van De Pols tekenstijl is misschien even wennen, maar overtuigt met zijn nonchalante trefzekerheid.

De gezichtsuitdrukking die hij zijn personages weet te geven, zeggen vaak meer dan volwaardige zinnen. Dromen en realiteit worden van elkaar gescheiden door kleuren. Het zijn tekeningen waarnaar je blijft kijken, juist als er niets meer te zeggen is.

Bas Kurstjens, nieuwsmanager

The Man Who Knew: The Life and Times of Alan Greenspan

Sebastian Mallaby

Acht jaar na de financiële crisis heeft een van de aanstokers ervan, centraal bankier Alan Greenspan, zijn definitieve biografie gekregen. ‘The Man Who Knew’ is ondanks zijn intimiderende omvang een uiterst leesbaar boek.

Ex-journalist Sebastian Mallaby graaft diep om de mythe van de ‘maestro’ te scheiden van de realiteit: een persoon vol contradicties, een briljant analyticus met uitstekende politieke instincten, maar door zijn hunkering om geliefd te zijn niet in staat confrontaties aan te gaan en doortastend op te treden.

Greenspan werd de tragische gevangene van zijn zorgvuldig opgebouwde reputatie van ziener die het feest op de financiële markten aan de gang kon houden. Totdat de zeepbel barstte, een fiasco waarvoor hij volgens Mallaby wel degelijk verantwoordelijk is. Verplichte lectuur in een tijdperk waarin centraal bankiers meer dan ooit de lakens uitdelen. Winnaar van de FT Business Book of the Year.

Kris Van Hamme, redacteur Beleggen

Een onmogelijke liefde

Christine Angot

‘Ik las ‘Een onmogelijke liefde’ aan een zwembad in Noord-Spanje, op aanraden van de redactie van het Klara-programma ‘Pompidou’. De roman schetst het leven van een moeder die voor een man kiest die uiteindelijk alles zal vernietigen wat zij heeft opgebouwd. De moeder komt uit de lage middenklasse. Haar grote liefde, de erudiete intellectueel Pierre, laat haar en hun dochter Christine in de steek voor een epischer leven in hogere kringen.

De dochter is Christine Angot zelf. ‘Een onmogelijke liefde’ is dus autofictie, of autobiografische fictie. De schrijfster groeide écht op in het slaapstadje Châteauroux in midden-Frankrijk. Haar vader was effectief een narcist die zijn eigen dochter misbruikte.

En zijn manipulaties leidden ei zo na tot een verwijdering tussen moeder en dochter. Angot schreef het allemaal glashelder en franjeloos op. Scherp, maar niet vol koelbloedige rancune - noch tegenover haar moeder, die betoverd was door de liefde voor een foute man, noch tegenover haar vader, die verblind was door de liefde voor zichzelf.

Tom Peeters, redacteur Cultuur

Ivanov

Hanna Bervoets

De Nederlandse schrijfster Hanna Bervoets (32) werkt al jaren gestaag aan een even boeiend als diepgravend oeuvre. Voor haar jongste roman ‘Ivanov’ baseerde ze zich op het waargebeurde verhaal van de Russische wetenschapper Ilya Ivanov, die bijna een eeuw geleden verwoede pogingen deed om in Afrika chimpansees met mensen te kruisen. Geheel in de geest van het vooruitgangsoptimisme van de jonge Sovjet-Unie probeerde hij een sterke hybride mens te creëren.

Bervoets verweeft Ivanovs experimenten met het verhaal van Felix van der Elsken. Hij blikt terug op zijn wilde jaren in New York, waar hij in 1994 was beland voor een studie journalistiek. Felix raakt in de ban van de virologe Helena Franke en haar assistente Lois. Helena voert een mysterieus onderzoek naar de oorsprong van hiv, waarin de experimenten van Ivanov een cruciale rol spelen.

‘Ivanov’ is in de eerste plaats een slim gecomponeerde ideeënroman die de vraag opwerpt hoever je ethische grenzen kunt oprekken in naam van de vooruitgang. Het leidt tot inspirerende passages die nergens verzanden in academisch of hoogdravend gezwets. Daarvoor is Bervoets te veel een vakvrouw die haar ideeën weet te verpakken in een spannend psychologisch drama.

Erik Ziarczyk, redacteur Buitenland

Swing Time

Zadie Smith

©rv

‘Het was de eerste dag van mijn vernedering.’ Met die intrigerende woorden begint de nieuwste roman van Zadie Smith. Het boek zigzagt door een kwarteeuw vriendschap tussen twee multiraciale meisjes.

Hun band is zowel gekenmerkt door jaloezie en competitie als door de diepe loyauteit die ontstond tijdens hun Londense dansklas in de jaren 80, waar zij de enigen waren met ‘dezelfde tint bruin’.

Net zoals Philip Roth in zijn werk weet over te brengen wat jood zijn inhoudt, slaagt de Britse-Jamaicaanse erin te beschrijven wat het is een zwarte vrouw te zijn. Het kolonialisme is een belangrijk thema, maar de eerste keer dat het de roman binnensluipt, is niet tijdens een bezoek van het hoofdpersonage aan West-Afrika. We zien het in de hiërarchie op een Londense speelplaats, waar de blanke jongens onbewust beseffen dat het de onderbroekjes van de bruine meisjes zijn die ze naar beneden mogen trekken.

Barbara Moens, redactrice Binnenland

The Mandibles

Lionel Shriver

©rv

19.877.418.396.481 dollar en 66 cent. Dat is terwijl we dit schrijven de Amerikaanse staatsschuld, leert ons het ministerie van Financiën. Geen mens die gelooft dat Uncle Sam die schuldenberg ooit tot die laatste penny zal aflossen.

Wie zoals ik om den brode over financiële markten schrijft, krijgt wel vaker een ongemakkelijk gevoel bij het dagelijks verslaan van het met goedkope schulden gesponsorde feestje op de beurzen. Maar pas sinds het lezen van ‘The Mandibles’ is het vrijblijvende ‘ooit moet dit slecht eindigen’-gevoel in acute onrust omgeslagen.

Diezelfde Lionel Shriver die in ‘We moeten het even over Kevin hebben’ feilloos de grootste angst van elke ouder onder woorden bracht, beschrijft in haar jongste boek beter dan eender welke ‘Dr. Doom’ de financiële en maatschappelijke implosie van de Verenigde Staten.

Shriver schetst de ontrafeling aan de hand van één familie, de Mandibles. Een groep raak geportretteerde karakters die ongeduldig wacht tot de 97-jarige patriarch eindelijk zo vriendelijk is er het bijltje bij neer te leggen en zo de miljoenenerfenis naar de volgende drie generaties laat doorstromen. Tot president Alvarado via één ‘my fellow Americans’-moment verzekert dat er niks meer door te stromen valt. Het startschot van een jarenlang helletocht.

Het is een rit die Shriver met bijtende humor begeleidt: onze favoriete passage is die waar de even werk- als hopeloze Georgetown-econoom pas in de belegerde buurtsupermarkt ontdekt wat hyperinflatie écht is. Die oplopende schuldenklok op de website van De Tijd zal nooit meer hetzelfde zijn.

Kurt Vansteeland, redacteur Beleggen

Hillbilly Elegy

J.D. Vance

Nergens op de 250 pagina’s valt de naam van de nieuwe Amerikaanse president. En toch drijft ‘Hillbilly Elegy - A Memoir of a Family and Culture in Crisis’ aan het einde van een historisch kanteljaar boven als een van de beste verhalen die een context voor de politieke aardschok verschaffen.

‘Dit boek, de memoires van iemand van 31, is een beetje absurd’, zegt de auteur zelf. Maar zijn levensverhaal is tekenend. Vance groeide afwisselend op in de vergane industriële glorie van de Rust Belt in Ohio en de armoedige bergstreek Appalachia in oost-Kentucky.

Marginaliteit en uitzichtloosheid zitten er ingebakken in de generaties. Zijn grootouders - ‘mamaw’ en ‘papaw’ - voeden hem op omdat zijn vader afwezig is en zijn moeder aan de pillen zit. Maar Vance werkt zich los, kweekt karakter in het leger, studeert af aan Yale en werkt nu als investeerder in Silicon Valley.

Vance is trots maar kritisch voor zijn oude streekgenoten. Het zijn hillbillies die zich graag wentelen in fatalisme, maar die de kans op waardige, degelijk betaalde jobs die bereikbaar zijn voor laagopgeleiden al jaren zien afnemen.

Terwijl progressief Amerika in de steden met Ubers begon te rijden en het politieke systeem vervreemdde van de gewone man, geraakte het ‘white trash’ in het binnenland verwikkeld in een spiraal van druggebruik, obesitas en zelfs dalende levensverwachting. De man met de privéjet en het gouden penthouse werd hun held, want hij deed tastbare, rake beloftes.

Het is niet de enige reden voor de nieuwe politieke realiteit en het bonte gezelschap uit de jeugd van Vance is geen typische Amerikaanse familie. Maar in een jaar waar-in iedereen naar verklaringen zocht voor de nijdige gevoelens onder blanke en rurale Amerikanen hield Vance veel steek.

Roel Verrycken, correspondent in de VS

Advertentie
Gesponsorde inhoud