Kris Van Assche viert dit jaar zijn tiende verjaardag als creatief directeur van het prestigieuze label Dior Homme. Reden voor een goed gesprek. Over Boy George, Parijs en flauwvallende modellen. 'Ik moest de hype rond Dior Homme laten voortduren en evolueren. Dat is moeilijker dan een hype creëren.'
Het leek een nagenoeg onmogelijke opdracht: in de voetsporen treden van Hedi Slimane, de sterontwerper die van Dior Homme een regelrechte hype had gemaakt. Zo populair dat zelfs Karl Lagerfeld al zijn overtollige kilo's verloor om in een pak van Dior Homme te kunnen. Tien jaar na het vertrek van Slimane schittert de ster van onze landgenoot zo mogelijk nog feller dan die van zijn voorganger: Kris Van Assche (40) slaagde erin het merk uit te bouwen tot een luxehuis dat niet alleen de lovende kritieken opeenstapelt, maar ook nog eens een fenomenale omzetgroei kende.
Van Assche weet heel goed wat hij wil. En zodra hij een keuze maakt, komt hij er niet graag op terug. Toen minder dan een uur voor de jongste Dior Homme-show in het Grand Palais in Parijs een van de modellen flauwviel, weigerde hij een andere mannequin op te roepen. 'Die jongen heeft uiteindelijk van de dokter een injectie gekregen en van ons een enorm bord pasta. En hij heeft de show kunnen lopen.' Volgens veel waarnemers was het trouwens Van Assches spectaculairste defilé ooit voor Dior, met veel op de ravecultuur geïnspireerde pakken en andere outfits op maat van de millennials.
Wie heb je eigenlijk voor ogen als je een nieuwe collectie ontwerpt? Kris Van Assche (Dior Homme). 'Een defilé is een beetje als een kortfilm: ik vertel een verhaal over een man die ergens naartoe gaat, alsof ik kostuums ontwerp voor een imaginair personage. Dat stimuleert de creatieve kant, maar tegelijk is er ook een meer pragmatische zijde: een concrete visie van wie die Dior-man in het echte leven is. En gelukkig is dat niet één type man.'
'Er is de zakenman die een perfect geknipt kostuum wil, maar ook een klant die hét stuk van het seizoen wil hebben. Zo was dat bij mij ook toen ik nog studeerde: ik spaarde voor dat ene stuk dat ik écht moest hebben. Ten slotte zijn er veel mannen die ergens in het midden zitten en creatieve kleren willen met een zekere allure. Er zijn verschillende stijlen hier, en net dat maakt de rijkdom uit van Dior Homme.'
Is de mannenmode in de voorbije tien jaar sterk veranderd?
'Oh ja. Ze is nu veel meer gediversifieerd en klanten zijn even veeleisend geworden als bij de vrouwenmode. Het huis waarvoor ik werk, is ook erg veranderd, want ontzettend gegroeid. Toen ik hier aankwam, was Dior Homme een gehypet nichemerk, nu zijn we echt de mannendivisie van een luxehuis.'
Dankzij jou, zal iedereen beamen?
'Dankzij veel mensen, maar vooral dankzij het harde werk van de voorbije tien jaar.'
Is jouw eigen stijl van ontwerpen de voorbije tien jaar veel veranderd?
'Dat weet ik eigenlijk niet zo goed. Ik ben wel ouder geworden, rijper ook. Maar ik heb altijd al gehouden van de mix tussen sartoriale mode - op maat gemaakt - en sportmode. Op de Modeacademie was dat ook al zo. Toen ik 18 was, combineerde ik al een kostuum met sneakers. Die stijl, die clash van universums, is nog altijd dezelfde, ook al zijn de kostuums en de sneakers veranderd.'
Dior Homme heeft veel invloed op de mannenmode. In welke zin, vind je zelf?
'Da's een moeilijke, want nu moet ik mezelf gaan evalueren. Het merk heeft in ieder geval een sterke identiteit. Maar die was er al toen ik hier aankwam. Ik moest de hype rond Dior Homme laten voortduren én evolueren. Dat is moeilijker dan een hype creëren.'
Tien jaar bij één modehuis is lang: dit moet wel een geslaagd huwelijk zijn?
'Dat begin je inderdaad te denken hé, anders had ik het al geweten. Tien jaar is lang en tegelijk erg kort. Sinds anderhalf jaar zijn we echt groot geworden, Dior Homme heeft een nieuwe voorzitter (Serge Brunschwig, die tot daarvoor chief operating officer was van Christian Dior, nvdr.) met nog meer ambitie en nog hogere objectieven. Er heerst een andere dynamiek ook - ik heb soms bijna het gevoel voor een nieuw huis te werken. Ik ben hier al zo lang omdat ik erin geslaagd ben me aan te passen aan de noodzakelijke veranderingen.'
Is Dior Homme persoonlijker geworden sinds je bijna twee jaar geleden je eigen collectie op pauze hebt gezet?
'Zeker. Zelfs mijn goede vrienden zeggen dat, dus zal het wel waar zijn. Het is bijna wiskunde: vroeger moest ik mijn ideeën bij wijze van spreken in tweeën kappen, nu gaan alle ideeën onmiddellijk naar hier. Er zit dus inderdaad méér Kris Van Assche in Dior Homme dan vroeger. Dat is een goede zaak, omdat er zo meer jeugd in de collecties komt. Wat niet wil zeggen dat ik mijn eigen merk op een dag niet zal herlanceren.'
Je houdt van punk en de skatecultuur, niet meteen dingen die je met Dior associeert, toch?
'Ik hou van die harmonieuze clash, dat maakt het interessant. Ik stel de codes van de mannenmode graag in vraag. Ik hou van mannenmode omdat er zo veel regels zijn. Dat kan als een handicap werken, maar mij stimuleert het. Hoe meer beperkingen, hoe meer mijn creativiteit getriggerd wordt. Niets is angstaanjagender voor mij dan horen vertellen: 'doe wat je maar wil'. Daar heb ik echt een hekel aan. Wanneer we vergaderen over de stoffen die we zullen gebruiken, hoor ik vaak: we kunnen alles doen wat je wilt. Dan zeg ik altijd: dat gaat niet werken.'
Voor de campagnes van Dior Homme werkte je samen met onder meer rapper A$AP Rocky, acteur Robert Pattinson en zanger Boy George. Ook dat zijn niet echt typische Dior-namen?
'Dat klopt, maar ze geven elk een andere kijk op Dior Homme. En da's goed, want ik heb geen absolute muze. Robert Pattinson is een jonge James Dean, een echte Hollywoodrebel. Rocky is ook een serieuze rebel, maar hij verbaasde me tegelijk met zijn modekennis. Bovendien komt hij niet uit een modemilieu, dat amuseert me.'
'Ook het werk van fotograaf-regisseur Larry Clark - de jongerencultuur die hij gedocumenteerd heeft - staat altijd op mijn moodboards. Op een gegeven moment wou ik een van zijn modellen gebruiken voor een Dior-campagne, maar toen dacht ik: ik vraag het hem gewoon zelf.'
'En Boy George maakte het verschil toen ik tiener was. In zijn popsongs verkondigde hij een boodschap van individualiteit en tolerantie avant la lettre. Vandaag missen we zulke mensen.'
Wat vind je ervan dat sommige merken tegenwoordig bijna onmiddellijk na een defilé hun collecties te koop stellen?
'Ik denk dat iedereen de formule moet vinden die het best bij hem of haar past. Wij zijn een luxehuis dat alles in Italië laat maken. Daardoor moeten we bepaalde regels volgen. We kunnen bijgevolg niet met dezelfde snelheid produceren als de goedkopere merken.'
Wanneer besefte je eigenlijk dat je ontwerper wilde worden?
'Al van jongs af aan. Ik had een uitgesproken mening over wat ik wilde dragen. Eerst wilde ik tekenaar worden, en anderhalve week heb ik aan een metier in de reclamesector gedacht. In ieder geval wilde ik iets creatiefs doen. Zodra ik doorhad dat mode een vak was, wou ik absoluut daarvoor gaan. De Antwerpse Modeacademie was bovendien een universum dat 180 graden tegenovergesteld was aan wat ik gewend was. De vrijheid die ik er kreeg, trok me enorm aan.'
Was je op de Antwerpse Modeacademie ook al door mannenmode gefascineerd?
'Helemaal niet. Ik heb tijdens mijn studies vooral rond vrouwen gewerkt - wel met mannenkostuums, tennisshirts en witte hemden en dassen. Er waren toen gewoon niet veel creatieve mannenmerken. Ik ben er echt per toeval ingerold, via mijn stage bij Saint Laurent (waar Hedi Slimane, die later overstapte naar Dior Homme, toen ontwerper was, nvdr.) Ik dacht dat ik daar stomvervelende dingen zou moeten doen en ging ervan uit dat ik daarna wel elders een job zou vinden. Maar ik leerde al snel dat een man even interessant kan zijn als een vrouw, misschien nog interessanter. Ik heb met mijn eigen merk vrouwencollecties gemaakt en daar hield ik enorm van. Maar ik ben niet gefrustreerd dat ik nu alleen nog voor mannen ontwerp.'
Wie zijn jouw idolen?
'Die heb ik niet. Idolen doen me eerder denken aan de tijd dat ik twaalf was. De figuren die ik voor mijn campagnes gebruik, geven natuurlijk al wel een idee. Het zijn geen idolen, maar ze inspireren me. Dat is al veel. Idolatrie werkt verlammend, daarom doe ik er niet aan mee.
Wat is je grootste verdienste?
'Hier al tien jaar werken, want dat verbaast sommigen blijkbaar. Maar vooral: de zin niet verliezen om er elke dag voor te gaan. Het is een intens beroep dat heel stresserend kan zijn en mijn grootste verdienste is dat ik er vandaag nog altijd evenveel zin in heb als toen ik hier aankwam.'
Het Parijs van Kris Van Assche
Favoriete weekendtip? 'De vlooienmarkt van Saint-Ouen: je vindt daar echt wonderlijke dingen. Rommelmarkten op dergelijke schaal kennen we niet in België.'
Favoriete straat? 'De rue de Seine: er zijn drie of vier galeries die design, lichtobjecten, meubels en keramiek verkopen waar ik echt van hou. Zeker het ontdekken waard.'
Favoriete restaurant? 'LouLou: ik verander vaak van favoriet restaurant, al blijf ik per seizoen wel trouw aan één adres. Ik kies dan graag voor dezelfde tafel met dezelfde ober die weet wat ik drink. Ik heb nu een zwak voor LouLou in het Louvre, heel mooi en heel lekker. 's Avonds en in de weekends wil ik dat alles vlotjes verloopt, in de week zijn er al obstakels genoeg.
Wat doet het jou als je iemand in je kleren ziet lopen?
'Het hangt ervan af wie het is. Soms ben ik echt verbaasd. Weet je, zodra de kleren op het defilé zijn verschenen, worden ze geherinterpreteerd door boetieks, stylisten en fotografen en door de manier waarop mensen ze mengen met hun eigen kleren. Soms denk ik wel eens: zoiets zou ik nooit doen. Ik zou dus een heel slechte verkoper zijn. Maar ik hou er wel van om ze op straat te zien. Ze zijn dan natuurlijk al een oud verhaal, want tegen die tijd ben ik al lang met een ander seizoen bezig.'
Stel dat je Christian Dior zou kunnen ontmoeten: wat zou je hem dan vragen?
'Ik heb gelezen dat hij heel gereserveerd was, hoewel hij zich graag omringde met gekke en excentrieke mensen. Ik zit ook zo'n beetje in elkaar. (lacht) Ik zou het liefst van al een koffie met hem gaan drinken en een paar van zijn vriendinnen ontmoeten.'